De ontboezeming van een kunstenaar; wat is eigenlijk de betekenis van dit kunstwerk?

In 1954 wordt Westblaak 24 opgeleverd met een kunstwerk van Louis van Roode als gevelreliëf. Een kleine zeventig jaar later spreken we de maker, die zonder enige terughoudendheid hierover zijn mening geeft…

Tussen de architectuur van Grandpré Moliere en Berlage -met de kenmerkende baksteen en ambachtelijke ornamenten- en de moderisten, beoefenden veel Rotterdamse architecten na de oorlog de zogenaamde handshake architectuur. Een overgangsvorm die we vandaag de dag enorm waarderen om de eerlijkheid en balans tussen pragmatisme en ornament. Wellicht speelt de onderbuik daarbij een rol; we zijn met z’n allen trots op dat wat na de oorlog is bereikt.

Want direct na de oorlog waren er al opdrachtgevers die zich bewust waren van de kracht van nieuwe bouwwerken. Bewust of onbewust beseften ze dat nieuwbouw het tastbare bewijs leverde dat de Nederland het land weer op de rails kreeg. Tussen al dat bouwgeweld dat in zichzelf al een bijzondere verfijning kende, was er ook steeds de kunst. Hoewel de 1% regeling pas in het jaar 1951 inging en van toepassing was voor rijksgebouwen, manifesteerde de kunst zich ook prominent op en in andere gebouwen in de vorm van schilderingen, uitsparingen, beeldhouwwerken en gevelreliëfs. Met terugwerkende kracht kunnen we vaststellen dat ook de kunstuitingen ervoor gezorgd hebben dat de ooit verguisde wederopbouwarchitectuur nu zeer geliefd is. 

Voor de Westblaak 24 werd in 1954 door de gebroeders Kraaijvanger een ontwerp gemaakt voor een kantoorgebouw voor de Eerste Hollandsche Levensverzekering Bank. Zelfs bij een zeer pragmatische investering als deze werd er aandacht besteed aan het verbijzonderen en het duiden van de plek waar het gebouw zou komen te staan. De omgeving veranderde van een 19e-eeuws staddeel eerst in een tabula rasa en daarna tot een monumentale stadsas. Op deze plek ontstond een ensemble van 4 gebouwen waarvan Westblaak 24 de westelijke beëindiging was.

Omdat V8 Architects de kans heeft te werken aan het gebouw Westblaak 24 hebben we contact gezocht met de nog levende makers. Daarbij had de kunstenaar Louis van Roode, de ontwerper van het gevelreliëf met de naam ‘Het Gezin’, onze bijzondere aandacht. Louis is echter in 1964 op vijftigjarige leeftijd overleden. Al snel kwamen we op het spoor van kunstenaar Woody van Amen, de feitelijke maker van het werk. We ontmoetten hem in de Doelen waar de wandschildering ‘zonder titel’ van Louis van Roode uit 1961 onthuld werd, net verplaatst vanuit het Dijkzicht Ziekenhuis. Deze schildering is door restaurator en frescoschilder Annelies Toebes via een speciale techniek van de oorspronkelijke muur gehaald en geretoucheerd. 

Het werd daar al direct duidelijk dat de Woody van Amen (1936) ondanks zijn hoge leeftijd nog zeer levenslustig is en bovendien niet op zijn mondje gevallen. We ontmoeten hem opnieuw op het kantoor van V8, in de Maastorenflat (1958, architect Herman Bakker, gevel reliëf van Frans Tuinstra). Een verrassend gesprek met onverwachte wendingen.

Woody, ondanks zijn feitelijke geboorte in Eindhoven, is een echte Rotterdammer. Hij was een beetje het zwarte schaap van de familie en gaf kleur aan die status door de kunstacademie te gaan doen. Nog voor zijn afstuderen kwam Woody in contact met Louis van Roode die hem vroeg om te helpen met diverse werken. De wandschildering in het ziekenhuis dateert uit 1961, maar al in 1954 werkte Woody al aan de prachtige raampartijen in de post. Een geweldige symbiose van architectuur en kunst.

De keuze van de gebroeders Herman en Evert Kraaijvanger voor Louis van Roode om een kunstwerk voor Westblaak 24 te maken, lag voor de hand, zij werkten immers al samen aan diverse werken zoals het Holbeinhuis (ontwerp 1951-1954) aan de Coolsingel 65 en het stationspostkantoor (ontwerp 1954-1955). Woody is vooral trots op dit laatste project waarvan hij alle glas-in-betonramen vervaardigde.

Het werken aan ‘Het Gezin’ was intensief, ambachtelijk en langdurig. Vanaf een tekening werd het reliëf horizontaal in de tuin van Louis opgebouwd. Het geheel stond op poten om de werkhouding te verbeteren. Op de in vorm gezaagde platen werd de sculptuur uit cement geboetseerd. De afwerking in wit en donkerrood werd gemaakt van stuk geslagen geglazuurde stenen broden die Woody zelf had ‘gebakken’. Zo werd het een mozaïek dat je veel terugziet in het werk van Louis van Roode. Als gevelreliëf, maar ook vlak in interieurs. Naar schatting hebben ze er een half jaar aan gewerkt. Hard gewerkt.

En dat was niet gemakkelijk want Woody vond en vindt het werk niets aan. Hij had net twee jaar in New York doorgebracht en alles gezien en gedaan wat god verboden had. Weer thuis in Rotterdam wilde hij meteen als een bezetene aan het werk, maar veel tijd ging op aan dit kunstwerk wat naar zijn mening een beetje een flauw werk is, met te weinig expressie en diepgang; welk verhaal verteld het nu precies, welke dubbele lagen zitten erin? Behalve het gezin – of kind met vader en moeder? – is er ook een vogel te zien, heeft dat nog enige betekenis? Woody heeft het zich altijd afgevraagd en er nooit een antwoord op gevonden. Het andere werk van Louis beschouwt hij als gelaagder en soms zelfs mystiek of sprookjesachtig. Het valt hem op dat ook nu nog weinig mensen het kunstwerk kennen; ondanks de prominente plek, op een grote drukke kruising waar je vaak wacht op een stoplicht, lopen mensen er gemakkelijk aan voorbij.

Aan het einde van het gesprek vraagt Woody ons wat we van de Coolsingel vinden en hij probeert er zo uitdrukkingsloos mogelijk bij te kijken. Ons toch wel positieve antwoord over het gebruik en de uitstraling viel bij Woody niet per se in goede aarde. Was dit nu de aanjager van een wereldstad? Maak je met keurig straatwerk en koddige lantarens een boulevard van de 21e eeuw? Woody zit meer op de lijn van Carel Weeber. Een stad is pas een stad als deze overvloedig behangen is met lichtreclames en neon. Als ultieme uitdrukking van levenslust, intensiteit en natuurlijk het nachtleven. Het zogenaamde ‘laadvermogen van de stad’… Die twee jaar in New York maakt duidelijk nog tot in lengte van dagen indruk.